Tips voor rechtstreeks zaaien

Waar je bij voorzaaien binnen zaait en vervolgens jonge planten buiten uitplant, gaat dat bij rechtstreeks zaaien anders. Bij rechtstreeks zaaien zorg je ervoor dat je direct in de grond zaait, op de plek waar de plant mag groeien en geoogst wordt. Deze zaaiwijze is niet ingewikkeld, maar onze praktische tips zullen je helpen een goede start te maken. 

> Bekijk ons volledige assortiment biologische zaden

Timing is belangrijk

Elk ras heeft andere omstandigheden nodig. Het is daarom belangrijk om te weten wanneer je welke groenten moet gaan zaaien. Daarom hebben wij voor jou een handige zaaikalender gemaakt. Zo mis je nooit een zaaimoment. Daarnaast staat ook op al onze verpakkingen wanneer je de zaden het beste kunt zaaien. In elk geval is het belangrijk dat de IJsheiligen geweest zijn en er geen nachtvorst meer dreigt. Daarom start je meestal niet voor april met rechtstreeks zaaien. Mocht april toch doen wat hij wil, dan kun je je zaden en zaailingen beschermen met een tunnel. Knapt het weer op? Dan kun je deze verwijderen.

Bereid de grond voor

Bij rechtstreeks zaaien is het belangrijk om te weten welke grondsoort jouw tuin heeft. Met deze kennis wordt het makkelijker de grond voor te bereiden op het rechtstreeks zaaien. Voor elke grondsoort geldt dat het verstandig is de grond te spitten of te schoffelen. Op deze manier wordt de grond luchtiger en laat deze water beter door. Daarbij wordt organisch materiaal op deze manier gemengd met de grond. Uiteraard verwijder je op dat moment ook het eerste onkruid.

Bepaal waar je gaat zaaien

Een belangrijke factor om te bepalen waar je gaat zaaien is de standplaats. Sommige gewassen ontwikkelen zich het beste in de volle zon, andere planten prefereren juist schaduw of halfschaduw. Daarbij is het ook belangrijk om te kijken of je gewassen goede of slechte buren hebben. Je gaat de planten immers niet meer verplaatsen. Om hier een goed overzicht in te houden, is het bij rechtstreeks zaaien een goed idee om voordat je gaat zaaien een gedegen moestuinplan te maken.

Plantafstand

Bij rechtstreeks zaaien in je moestuin moet je een aantal dingen goed in de gaten houden. Zo hebben je planten ruimte nodig om tot volle wasdom te komen. Wanneer je rekening houdt met de plantafstand, krijgen je planten voldoende licht, water en voedingsstoffen om te kunnen groeien. Daarnaast krijgen ziekte en plagen minder kans, doordat de planten voldoende afstand van elkaar hebben. Het is echter ook niet nodig om ruimte te verspillen. Om het jou makkelijk te maken, staat er op al onze verpakkingen welke plantafstand je gewassen precies nodig hebben.

En dan nu: rechtstreeks zaaien

Na al je voorbereidingen is het dan eindelijk zo ver: je kunt rechtstreeks gaan zaaien. We leggen je stapsgewijs uit hoe je dit het beste kunt aanpakken.
 

1. Geultjes maken

In je moestuin kun je het makkelijkst starten door geultjes te maken: hierdoor heb je grotere kans dat je het oppervlak efficiënt gebruikt. Je kunt geultjes maken door een lijntje te spannen boven de geschoffelde aarde. Je volgt hierna het lijntje met je schop of met een plank, zodat je mooie, rechte geulen krijgt. Let wel op dat je ook tussen de rijen rekening houdt met de plantafstand. Je moet er immers nog tussendoor kunnen lopen. Wanneer je in een moestuinbak of in potten zaait, kun je ervoor kiezen gaatjes te maken met je vinger of een stok.

2. Zaaien

In de geultjes (of de gaatjes) plaats je je zaden, waarbij je rekening houdt met de plantafstand. Als je veel kleine zaden hebt, is het vaak handiger om de zaden te mengen met wat grond of zand. Hierdoor ontstaat als vanzelf meer afstand tussen de zaden. Als de zaailingen opkomen, kun je ze uitdunnen. Zo moet je onder andere wortels uitdunnen. Zaai ook niet al je zaden in een keer, maar op meerdere momenten: zo voorkom je een overdaad aan groenten en geniet je een langere periode van je oogsten.

3. Met aarde bedekken

Je bedekt de zaden met een laagje aarde. Let erop dat je niet te veel aarde gebruikt en daardoor het kiemproces bemoeilijkt. Zo zijn bijvoorbeeld de meeste kruiden lichtkiemers. Een dikke laag aarde zou ervoor zorgen dat ze te weinig licht krijgen om te ontkiemen. Als je je zaden hebt bedekt met de aarde, druk je deze voorzichtig aan. Vergeet ook niet om labels bij je zaden te plaatsen, zodat je weet welk gewas je waar precies gezaaid hebt.

4. Water geven

Je zojuist bedekte zaden ga je nu voorzien van ruim water. Hierbij is het van essentieel belang dat je een gieter gebruikt met een fijne broes. Hierdoor voorkom je dat de losse aarde en de zaden kunnen wegspoelen. Blijft na het zaaien ook regelmatig en met beleid water geven; de grond moet vochtig blijven, maar niet kletsnat worden. Een keer per dag is uitstekend en op warme dagen is twee keer per dag misschien zelfs noodzakelijk.
 

Een goede start met biologische zaden

Met deze praktische tips kun je een goede start maken met het rechtstreeks zaaien in je moestuin. Zo kun je kunt genieten van een gezonde en overvloedige oogst. Blijf vooral experimenteren en ontdekken wat het beste werkt voor jouw tuin. Heb je vragen over rechtstreeks zaaien? Neem dan gerust contact op. En wil je ook qua zaden de beste start maken? Bestel dan vandaag nog je favoriete biologische zaden in onze webshop.