Belangrijke moestuintermen voor een succesvolle teelt

Bij het opzetten en onderhouden van je moestuin komt veel kijken. Ben je bekend met begrippen zoals afharden, toppen of zaadvast? Ontdek hier de essentiële termen voor een succesvolle moestuin.

> Lees meer over het beginnen van een moestuin
 

A

Afharden: zaailingen geleidelijk aan de buitentemperatuur laten wennen, om ze sterker te maken voordat ze permanent in de vollegrond worden geplant.

Aaltjes: kleine, ongewervelde wormen die schade aan plantenwortels kunnen veroorzaken en hierdoor de groei van het gewas verstoren.
 

B

Babyleaf: jonge, net ontkiemde bladeren van groentegewassen, vaak geoogst wanneer ze nog klein en mals zijn.

Biologisch: gecertificeerde en wettelijk beschermde landbouwproductiemethode, waarbij de nadruk ligt op samenwerking met de natuur en het koesteren van de bodem, zonder gebruik van gentech, kunstmest en gif.
 

C

Combinatieteelt: doelbewust verschillende plantensoorten bij elkaar zetten zodat ze elkaar versterken, voor optimale groei, gezondheid en opbrengst.

Compost: organisch materiaal dat ontstaat bij het ontbinden van keuken- en tuinafval. Dit is een waardevolle bodemverbeteraar die rijk is aan voedingsstoffen.
 

D

Dieven: verwijderen van okselscheuten bij planten om groei en opbrengst te bevorderen en ziekterisico te verminderen.

Doorschieten: groenteplanten gaan stengels, bloemen en zaden produceren wanneer ze hun normale ontwikkelingsfase overschrijden. Dit gebeurt meestal wanneer de omstandigheden niet optimaal zijn voor de groei van de eetbare delen van de plant, zoals bladeren of wortels.
 

F

F1-hybride: eerste generatie nakomelingen na het kruisen van verschillende ouderplanten voor verbeterde eigenschappen, zoals uniformiteit, opbrengst en ziekteresistentie.
 

G

Gangbaar: gangbare landbouw is de traditionele manier van produceren met gebruik van kunstmest en synthetische chemicaliën, gericht op het maximaliseren van opbrengsten, soms ten koste van milieu en dierenwelzijn.

Groenbemesters: planten geteeld met als doel om bodemkwaliteit te verbeteren in moestuin of landbouwgebied.
 

I

IJsheiligen: de laatste dagen in het voorjaar waarop er – historisch gezien – nog nachtvorst kan optreden. Na IJsheiligen kunnen veel zaailingen na afharden in de vollegrond uitgeplant.

Inkuilen: begraven van bepaalde groenten voor bescherming tegen vorst en uitdroging en ter voorkoming van rotting en schimmelaantasting.
 

M

Moestuinplan: vooraf bedachte en georganiseerde indeling van een moestuin, waarbij de verschillende groenten of kruiden op specifieke locaties worden gepland om zo de ruimte optimaal te benutten en de gewassen optimaal te laten groeien en gedijen.

Mulchen: bodem bedekken met een laag organisch materiaal, zoals stro, hooi, bladeren of compost.
 

P

Plantafstand : afstand tussen de plantenrijen en tussen de planten in een rij.
 

R

Rooien: oogsten of verwijderen van volwassen gewassen, meestal als ze volwassen en rijp zijn voor consumptie.
 

S

Standplaats: ook wel groeiplaats genoemd, is het geheel van groeifactoren die mede bepaalt waar je groenten het beste kan telen. Bij De Bolster hanteren we drie posities: zon, halfschaduw en schaduw.

Skal certificering: biologisch keurmerk dat wordt uitgegeven door Skal Biocontrole, een Nederlands geaccrediteerde stichting die toezicht houdt op de naleving van de biologische regelgeving in Nederland.
 

T

Toppen: een snoeitechniek waarbij de bovenste groeipunten of toppen van planten worden verwijderd. Deze techniek wordt vaak toegepast om de groei van de plant te bevorderen en de ontwikkeling van zijtakken te stimuleren.
 

U

Uitdunnen: het verwijderen van overmatige planten of zaailingen om de groei van de overblijvende planten te bevorderen.
 

V

Verspenen: het verplaatsen van jonge planten of zaailingen van hun oorspronkelijke kiembak of zaaibed naar aparte en grotere plantruimte. Verspenen doe je wanneer de zaailingen groot genoeg zijn om afzonderlijk te worden behandeld met als doel om elke plant voldoende ruimte geven om zich te ontwikkelen.

Vollegrond: niet-overdekte grond, waarin planten groeien en zich ontwikkelen onder invloed van de buitenomstandigheden.

Voorzaaien: het planten van zaden in een beschermde omgeving, meestal binnenshuis of in een kas, voordat ze in de volle grond worden geplant. Hierbij krijgen zaailingen een voorsprong in groei, voordat het buitenklimaat geschikt is voor directe buitenplanting.

Vruchtwisseling: het jaarlijks afwisselen van verschillende plantensoorten op hetzelfde stuk grond, met als doel om bodemziektes te voorkomen.
 

Z

Zaailing: jonge plant ontkiemd uit zaad, gekenmerkt door de ontwikkeling van de eerste bladeren.

Zaadvast: zaadvaste rassen produceren zaad dat genetische informatie van beide ouders bevat en zullen nakomelingen voortbrengen die in grote mate op hun ouders lijken, maar onderling kunnen verschillen.
 

Bestel onze biologische zaden online

Heb je alle zaden voor jouw moestuin al in huis? Bestel biologische zaden bij De Bolster eenvoudig online. Bij bestellingen van meer dan € 30,- nemen wij de verzendkosten voor onze rekening. Binnen 3 tot 4 werkdagen ontvang je de zaden al in huis. Mocht je nog vragen hebben over onze biologische zaden, neem dan gerust contact met ons op. Begin vandaag nog aan je moestuinavontuur!
 

.